Palliatieve zorg

De kunst van luisteren

Ik zal eerlijk zijn: vraag aan mijn collega’s of ik goed kan luisteren en je krijgt waarschijnlijk gemengde reacties. Vaak ben ik met zoveel dingen tegelijk bezig in mijn hoofd dat ik afgeleid overkom. Een eigenschap waar ik niet trots op ben en waar ik aan werk. Maar er is één uitzondering: in gesprekken met mensen en hun naasten tijdens mijn werk als palliatief verpleegkundige kan ik wél goed luisteren. Echt luisteren. Horen en luisteren zijn twee heel verschillende dingen. Horen is simpelweg het waarnemen van geluid. Luisteren is actief, vraagt om focus en al je zintuigen. In mijn werk luister ik met mijn oren, ogen, en intuïtie.
 

Onlangs had ik een afspraak met een jonge vrouw met uitgezaaide kanker. Haar man, zoon en dochter waren ook aanwezig. Het luisteren begint voor mij al bij binnenkomst. Hoe spreken ze elkaar aan? Wie neemt het woord? Hoe gaan ze met elkaar om? Kleine details zoals de plek aan tafel kunnen al iets zeggen over de verhoudingen. Ik probeer altijd tegenover degene te zitten die ziek is, zodat ik haar of hem goed in de ogen kan kijken. Want zonder woorden wordt vaak het meeste gezegd. Tijdens het gesprek houd ik de hele ruimte in de gaten. Wat gebeurt er links en rechts van me? Welke emoties zie ik? Soms woede, zoals bij de zoon, of verdriet, onbegrip, berusting.

Elke emotie mag er zijn, en het is mijn taak om daar ruimte voor te maken. Het is een delicate balans: ruimte geven aan gevoelens zonder dat het gesprek stokt. Soms gaat dat juist door de stilte te laten spreken. Stiltes kunnen ongemakkelijk voelen, maar ze zeggen vaak meer dan woorden. Het vraagt moed om die ruimte te laten bestaan.
Naast de woorden luister ik ook naar wat er tussen de regels door gebeurt. Lichaamstaal, een trillende stem, een blik die even wegdraait – ze vertellen vaak meer dan de woorden zelf. Ik benoem wat ik zie of voel, omdat juist dat leidt tot de kern.

Ik deel ook mijn eigen emoties als iets me raakt. Authenticiteit maakt het gesprek echter, en vaak voelen mensen
zich daardoor vrijer om ook écht te delen wat hen bezighoudt. Aan het einde van elk gesprek stel ik dezelfde vraag: “Was dit wat je ervan verwachtte? Was het prettig zo?” Die vraag is belangrijk, want het gesprek draait niet om mij, maar om hen. Het is fijn als mensen bevestigen dat het goed was, maar eerlijkheid is nog waardevoller. Want ook luisteren, dat leer je door te blijven luisteren.

Zo blijf ik oefenen, niet alleen op mijn werk, maar ook daarbuiten. Want luisteren, écht luisteren, is misschien wel de grootste kunst van allemaal.

Deze column werd geschreven door onze eigen Transmuraal Palliatief Verpleegkundige Bart.