Waarom:
De naasten ervaren ruimte om op een voor hun gepaste manier afscheid van hun dierbare te nemen. Hen wordt gevraagd of zij de laatste zorg aan hun dierbare willen geven. Indien zij dit wensen , worden zij hierbij ondersteund door zorgverleners. De naasten wordt de gelegenheid geboden om levensbeschouwelijke of cultuurspecifieke rituelen uit te voeren. Indien gewenst kunnen zij daarbij ondersteund worden.
Wie:
De betrokken zorgverleners, in het bijzonder de (regie)behandelaar, worden tijdig geïnformeerd over de stervensfase of het overlijden van de patiënt. Telefonisch contact gaat, bij voorkeur, vooraf aan een schriftelijk bericht.
Hoe:
Het is belangrijk dat de zorgverlener zich ervan bewust is dat met het overlijden, de naaste een nabestaande is geworden en de zieke en ziektegerichte aandacht komt te vervallen. De periode die ligt tussen overlijden en de laatste zorg geeft de nabestaanden de gelegenheid om op een persoonlijke manier afscheid te nemen. Kort na het overlijden heeft de (regie)behandelaar, (indien gewenst) samen met de centrale zorgverlener een gesprek met de nabestaanden.
Hulpmiddelen: